
burn-out
Het was haar al een paar maanden opgevallen dat ze steeds minder zin had om te gaan werken. Zou ze een burn-out krijgen? Elke dag begon steeds meer op dezelfde te lijken en op de vraag van Olivier “Hoe was het op het werk vandaag, schat?” kon ze steeds hetzelfde antwoord geven: “Niets speciaals, bij jou?”.
Tania had zich wel al eerder de vraag gesteld of het niet eens tijd was voor iets anders, maar deze keer kon ze niet echt de vinger leggen op de reden. Er was niet echt iets beduidend slechts aan de hand op het werk. Maar de passie was er in ieder geval uit.
Tania’s baas gaf eerder al aan dat ze bang was dat Tania een depressie of burn-out zou krijgen. Voor haar is Tania de lijm tussen het jong geweld en de meer ervaren collega’s.
Tania nam contact met ons op gezien haar werkgever een abonnement bij ons heeft. Het stelde haar gerust dat ze hiervoor niemand moest inlichten en meteen kon starten.
Tijdens onze gesprekken wist Tania te vertellen dat dit haar eerste werkgever was en ze hier intussen 18 jaar werkt. Ze heeft een hele goede band met haar collega’s, hoewel ze in al die tijd heel wat mensen heeft zien starten en ook terug verdwijnen.
Wanneer we bespreken wanneer ze zich het gelukkigst voelt op het werk zie ik een glimlach verschijnen: “De twintigers die hier rondlopen hebben een soort ‘moederkloekeffect’ op de baas. Daardoor heeft ze ook meer aandacht voor ons. Nu onze baas ook verantwoordelijk is voor een andere locatie, zien we haar niet zo vaak meer.”
De afwezigheid van de baas heeft nog andere gevolgen: haar verantwoordelijkheden worden doorgeschoven naar de collega’s die wel aanwezig zijn. Printpapier en water bestellen, op dinsdag iets vroeger komen om de poetsdienst binnen te laten, zelf het nieuwjaarsgeschenk werd uitbesteed.
Ik vroeg hoe haar baas erop zou reageren als ze dit zou voorleggen? Hierop deelde ze mee dat ze Tania haar baas hiermee niet wou lastig vallen. Ze had immers al genoeg aan haar hoofd met de nieuwe locatie. “Ik zou niet willen dat ze in een depressie of burn-out belandt”. Ik vond de wederzijdse bezorgdheid ongelofelijk mooi om te zien.
“Wat kan jij doen om de sfeer die je baas binnenbracht terug te brengen?” vroeg ik. Hierover moest ze niet lang nadenken: “Ik heb dat ook al zitten denken, misschien kan ik mij zelf die jonge garde wat meer aantrekken.” Ze zou met haar baas bespreken of ze als mentor mocht fungeren om hen bij te staan bij de vragen die ze hebben. Haar baas was meteen akkoord. Een nieuw project zou haar goed doen, zeker als het uit eigen initiatief kwam.
Door de vraag begreep Tania’s baas ook dat het tijd was wat vaker daar op de werkvloer te verschijnen, want dat ze de laatste tijd nogal vaak met de nieuwe locatie bezig was geweest.
We keken expliciet naar de zorgen die Tania en haar baas zich maakten. Ze wilden dit niet met elkaar bespreken – om elkaar niet tot last te zijn – en een burn-out of depressie te vermijden. En toch zijn we erin geslaagd om te bereiken wat ze beiden wilden: een betere sfeer, minder risico op uitval en oplossingen waar iedereen iets aan heeft.
Wil je graag bij jouw bedrijf de conversaties opvangen die mensen vermijden te hebben met elkaar en zo het risico op de zaken verminderen?